Menucommando
|
Omschrijving
|
Locatie van de Coördinatenbalk
|
|
Toon zwevende coördinatenbalk
|
De Coördinatenbalk zweeft onder of boven de cursor in de tekenzone.
|
Toon zwevende coördinatenbalk alleen als de tab-toets wordt ingedrukt
|
De Coördinatenbalk verschijnt enkel wanneer u de tab-toets indrukt.
|
Toon vaste coördinatenbalk
|
De Coördinatenbalk wordt weergegeven op een vaste positie, linksbovenaan in de Methodebalk; er verschijnt geen zwevende coördinatenbalk.
|
De Coördinatenbalk activeren
|
|
Activeer Coördinatenbalk d.m.v. het numerieke gedeelte van het toetsenbord
|
Wanneer de Coördinatenbalk is weergegeven en u getallen invoert via het toetsenbord of het numerieke toetsenblok, wordt het eerste veld van de Coördinatenbalk automatisch geselecteerd.
|
Activeer Coördinatenbalk niet d.m.v. het numerieke gedeelte van het toetsenbord
|
Wanneer de Coördinatenbalk is weergegeven en u getallen invoert via het toetsenbord, wordt het eerste veld van de Coördinatenbalk automatisch geselecteerd; het numerieke toetsenblok werkt hiervoor niet.
|
Activeer Coördinatenbalk niet
|
De Coördinatenbalk kan enkel geactiveerd worden door middel van de tab-toets.
|
Weergave velden in de Coördinatenbalk
|
|
Toon alleen de primaire velden in de Coördinatenbalk
|
Alleen de primaire gegevensvelden worden getoond (bijvoorbeeld L en A voor cirkels).
|
Toon ook de secundaire velden in de Coördinatenbalk
|
Alle velden worden getoond, behalve de velden die de positie van de cursor aangeven (X en y).
|
Toon ook de positie van de aanwijzer in de Coördinatenbal
|
Alle velden worden getoond.
|
Opties verborgen velden
|
|
Toon verborgen velden als de tab-toets wordt ingedrukt in het laatst zichtbare veld
|
Wanneer u in het laatst zichtbare veld op de tab-toets drukt, wordt het eerstvolgende verborgen veld zichtbaar gemaakt.
|
Toon verborgen velden niet als de tab-toets wordt ingedrukt in het laatst zichtbare veld
|
Wanneer u in het laatst zichtbare veld op de tab-toets drukt, keert u terug naar het eerste veld; de niet-zichtbare velden blijven verborgen.
|
Locatie zwevende Coördinatenbalk
|
|
Toon Coördinatenbalk onder de aanwijzer
|
Als de zwevende Coördinatenbalk is ingeschakeld, wordt deze onder de grijphinten (en onder de cursor) weergegeven.
|
Toon Coördinatenbalk boven de aanwijzer
|
Als de zwevende Coördinatenbalk is ingeschakeld, wordt deze boven de grijphinten (en boven de cursor) weergegeven.
|
Activatie Coördinatenbalk bij plaatsing van zwevend nulpunt
|
|
Toon Coördinatenbalk na plaatsing zwevend nulpunt
|
Als de zwevende Coördinatenbalk is ingeschakeld, verschijnt deze automatisch nadat u een nulpunt vastlegt.
|
Toon Coördinatenbalk niet na plaatsing zwevend nulpunt
|
De zwevende Coördinatenbalk verschijnt niet automatisch nadat u een nulpunt vastlegt. Druk op de tab-toets op de Coördinatenbalk op te roepen.
|
Weergave van de knop Verlaat groep
|
|
Gebruik grote knop
|
U kunt de bewerkmodus van een groep uitschakelen door middel van een grote knop met de tekst Verlaat groep in de rechterbovenhoek van de tekenzone.
|
Gebruik kleine knop
|
U kunt de bewerkmodus van een groep uitschakelen door middel van een kleine knop met een pijl in de rechterbovenhoek van de tekenzone.
|
Opties Verlaat groep
|
|
<Esc><Esc> verlaat groep
|
U kunt de bewerkmodus van een groep uitschakelen door tweemaal op de escape-toets te drukken.
|
<Esc><Esc> verlaat groep niet
|
U kunt de bewerkmodus van een groep niet verlaten door middel van de escape-toets. Gebruik hiervoor de knop Verlaat groep.
|