Commando |
Locatie |
Gegevensbeheer |
Extra |
Met het Gegevensbeheer regelt u hoe gegevensvelden aan objecten zijn gekoppeld en hoe gegevens op het Infopalet worden weergegeven en ingevoerd. Dit zal de nauwkeurigheid van gegevens verhogen en gegevensinvoer efficiënter maken.
Gebruik het Gegevensbeheer bij het opstarten van een nieuw projecten voor het definiëren van:
● Gegevenssets die automatisch op objecten worden toegepast bij creatie of bij toewijzing van een klasse
● Formules om gegevensvelden te wijzigen of toe te passen onder specifieke voorwaarden
● Gegevenslijsten op maat om gegevens in te voeren op het Infopalet. De gegevensinvoer kan zo eenvoudig of uitgebreid worden gemaakt als gewenst, eventueel met tussentijdse toetsing van de gegevens.
Als u beschikt over een goed omzettingsschema kunt u aan veel objecten bij het invoegen meteen de vereiste gegevensvelden en zelfs een aantal standaardgegevens koppelen. Gebruik het tabblad ‘Gegevens’ in het Infopalet of (alleen voor IFC-export) het commando IFC-gegevens om de overige gegevens aan individuele objecten te koppelen zoals beschreven in Objectgegevens bewerken en IFC-gegevens toekennen aan objecten.
Om gegevens om te zetten en gegevenslijsten te creëren:
1. Selecteer het commando.
Het dialoogvenster ‘Gegevensbeheer’ worden geopend.
Klik om de velden te tonen/te verbergen.
2.Om een nieuw omzettingsschema te maken, selecteert u uit de lijst ‘Objecten’ het type object waarvoor u gegevens wilt omzetten en/of een gegevenslijst creëren. Alle beschikbare symbooldefinities, parametrische objecten, IFC-entiteiten en eigenschappensets worden weergegeven. Om gegevens toe te kennen aan objecten in een bepaalde klasse, selecteert u de titel ‘Objecten per klasse’. Klik op de knop Voeg objecten per klasse toe en selecteer dan de klasse die u aan de lijst wilt toevoegen.
3.In de tabel ‘Gekoppelde gegevenssets voor deze omzetting’ worden ingebouwde parametrische Vectorworksobjecten automatisch voorzien van IFC-gegevenssets. Voor andere types objecten dient u manueel gegevenssets toe te voegen. Klik op de knop Voeg gegevensset toe om aangepaste of standaard IFC-eigenschappensets, IFC-entiteiten of Vectorworks recordgegevens aan het geselecteerde type object toe te voegen.
4.Bovendien kunt u in de lijst ‘Gekoppelde gegevenssets voor deze omzetting’ een veldomzetting of voorwaarde definiëren om nog preciezer te regelen welke gegevens aan het geselecteerde type object worden toegevoegd. Zie Omzettingsformules creëren of bewerken voor meer informatie hierover.
● Om de gegevens voor een specifiek veld aan te passen, selecteert u het veld en klikt u op de knop Bepaal omzetting.
● Om gegevens te koppelen aan het geselecteerde object op basis van specifieke voorwaarden, selecteert u de rij met het Type “Condition” boven het gewenste record of IFC-type. Klik dan op de knop Bepaal voorwaarde.
5.Klik eventueel in de tabel ‘Gegevenslijsten voor deze omzetting’ op de knop Voeg gegevenslijst toe om een aangepaste set gegevensvelden te creëren die beschikbaar zullen zijn in het Infopalet voor dit type object. Selecteer de naam van een gegevenslijst en selecteer vervolgens velden uit de middelste tabel; klik op de enkele pijlknop om een geselecteerd veld aan de gegevenslijst toe te voegen, of klik op de dubbele pijlknop om de volledige gegevensset toe te voegen. U kunt velden uit verschillende gegevenssets aan een gegevenslijst toevoegen en de velden vervolgens ordenen door middel van scheidingslijnen. Geef voor elk veld een gebruiksvriendelijk label op via de knop Bewerk veld; stel eventueel ook extra criteria in.
Als de omzetting alleen bestaat uit gegevenssets van records die automatisch aan objecten worden gekoppeld, dan is er geen gegevenslijst vereist. De recordvelden kunt u steeds terugvinden in het tabblad ‘Gegevens’ van het Infopalet.
6.Als u het omzettingsschema wilt bewaren om het toe te passen op een ander bestand, klikt u op de knop Bewaar. Duid vervolgens aan of u het Volledige omzettingsschema of enkel de omzetting voor het Geselecteerde object wilt bewaren. Wanneer het omzettingsschema klaar is, klikt u op OK.
Als u in de tabel ‘Objecten’ meerdere objecten selecteert om te bewerken, dient u rekening te houden met het volgende:
● In de tabel ‘Gekoppelde gegevenssets voor deze omzetting’ worden alleen records weergegeven die van toepassing zijn op alle geselecteerde objecten. Bovendien kunt u via de knop Voeg gegevensset toe alleen records als gegevensset toevoegen (en geen IFC-entiteiten of IFC-eigenschappensets).
● In de tabel ‘Gegevenslijsten voor deze omzetting’ worden alleen gegevenslijsten weergegeven die van toepassing zijn op alle geselecteerde objecten en dezelfde namen hebben. Als de namen dezelfde zijn, maar de velden hebben verschillende labels, dan zullen alleen de labels die ze gemeen hebben, worden weergegeven. Als u klikt op de knop Voeg gegevenslijst toe zal de geselecteerde gegevenslijst op alle geselecteerde objecten worden toegepast.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~