Bij het creëren van een nieuwe plaat hoeft u niet perse een stijl toe te kennen. Een standaardplaat zonder stijl bestaat uit één enkele component. De kenmerken van een dergelijke plaat kunt u nadien aanpassen via het Kenmerkenpalet. Toch loont het de moeite om plaatstijlen te gebruiken bij het tekenen. Door de standaardinstellingen voor een plaatstijl te bewaren, kunt u deze makkelijk toepassen op andere platen. Een plaatstijl wordt behandeld als een hulpbron. U kunt plaatstijlen dus importeren in andere bestanden en als standaard gebruiken onder collega's. Plaatstijlen, texturen en lijnarceringen zijn beschikbaar in de bibliotheek (wanneer u een plaatstijl selecteert, wordt deze automatisch in het huidige bestand geïmporteerd samen met eventuele bijhorende hulpbronnen; u vindt deze terug in het Hulpbronnenbeheer). Door een dynamische hoogte voor platen via hun plaatstijl vast te leggen, zal de hoogte voor platen automatisch worden toegekend op basis van de bouwlagen in uw tekening.
Ongebruikte plaatstijlen kunnen met behulp van een commando uit de tekening verwijderd worden (zie Een bestand opruimen).
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~