Gereedschap |
Gereedschappenset |
Lijnverdeling
|
Basisgereedschappen |
Met het gereedschap Lijnverdeling kunt u een referentielijn tekenen met een vooraf bepaald aantal onderverdelingen. U kunt ook een bestaand pad gebruiken (bijvoorbeeld een polylijn) en dit vervolgens door middel van een lijn, locus of geselecteerd object onderverdelen.
Tip: Een andere manier om een object (cirkel, polygoon, enz.) onder te verdelen, is met behulp van de commando’s Dupliceren langs pad en dupliceren langs pad - dynamisch.
Als u Lijnverdeling selecteert, verschijnen volgende tekenmethodes in de Methodebalk. Merk op: de twee methodes van de eerste groep kunnen willekeurig worden gecombineerd met de drie methodes van de tweede groep.
Methode |
Omschrijving |
Met aslijn |
Selecteer deze methode om een aslijn te tekenen.
|
Zonder aslijn |
Selecteer deze methode om geen aslijn te tekenen.
|
Op een bestaand object |
Selecteer deze methode om de onderverdeling op een bestaand object aan te brengen. Klik op het object twee punten aan die u als begin- en eindpunt wilt gebruiken. Het pad tussen deze twee punten wordt vervolgens onderverdeeld op basis van de instellingen.
|
Vaste onderlinge afstand |
Selecteer deze methode om gebruik te maken van een vaste onderlinge afstand. De waarde hiervoor kunt u opgeven in het dialoogvenster dat u opent via de knop Instellingen in de Methodebalk. Als de lengte van het pad niet exact kan worden verdeeld door de ingevoerde afstandswaarde, zal er een restdeel op de aslijn overblijven. Bijvoorbeeld: als u een lijn wilt onderverdelen die 7,7 cm lang is en u geeft een vaste onderlinge afstand op van 1 cm, dan zal er op het einde van de lijn een restdeel van 0,7 cm overblijven.
|
Afgeronde onderlinge afstand |
Selecteer deze methode om de onderlinge afstand af te ronden naar een waarde die zo dicht mogelijk bij de opgegeven afstand ligt. Als de lengte van het pad niet exact kan worden verdeeld door de ingevoerde afstandswaarde, wordt de afstand van de onderverdelingen naar boven of naar beneden afgerond zodat er geen restdeel overblijft. Er zal steeds worden afgerond naar een waarde die zo dicht mogelijk bij de opgegeven afstand ligt. Bijvoorbeeld: als u een lijn wilt onderverdelen die 7,7 cm lang is en u geeft een vaste onderlinge afstand op van 1 cm, dan zal er geen restdeel overblijven doordat de onderverdelingen een afstand aannemen van 1,1 cm.
|
Vast aantal delen |
Selecteer deze methode om een lijn onder te verdelen in een vast aantal delen. Het gewenste aantal delen kunt u invoeren in het dialoogvenster dat u opent via de knop Instellingen in de Methodebalk.
|
Om een lijnverdeling te creëren:
1. Activeer het gereedschap. Selecteer de gewenste methode in de Methodebalk en klik op de knop Instellingen.
2.Het dialoogvenster ‘Lijnverdeling’ wordt geopend. Hierin kunt u bepalen welke objecten moeten worden gebruikt om de onderverdeling te maken en op welke afstand deze objecten van elkaar moeten liggen. Merk op: naargelang de gekozen methode zijn er in het dialoogvenster ‘Lijnverdeling’ andere invoervelden beschikbaar.
Klik
hier om de velden te tonen/te verbergen.
3.Teken de referentielijn volgens één van onderstaande werkwijzen (afhankelijk van de gekozen methode): Als u een bestaand pad wilt gebruiken, klikt u op de twee punten waartussen het pad moet worden verdeeld.
4.De lijnverdeling wordt gecreëerd.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~