Voorkeuren

Voorkeuren Vectorworks

Commando

Locatie

Voorkeuren Vectorworks

Extra > Instellingen

Menu Voorkeurenbalk

De voorkeuren die u in dit dialoogvenster instelt, zijn van toepassing op alle Vectorworks-documenten die u opent.

Om de Vectorworksvoorkeuren te wijzigen:

Selecteer het commando.

Het dialoogvenster ‘Voorkeuren Vectorworks’ wordt geopend.

2.Stel de parameterwaarden in voor elke categorie van het dialoogvenster.

Voorkeuren Vectorworks: Categorie Tekenmethode

Hier kunt u een aantal voorkeuren instellen met betrekking tot de tekenmethode.

Voorkeuren Vectorworks: Categorie Weergave

Met de opties in deze categorie bepaalt u de manier waarop objecten op het beeldscherm moeten verschijnen.

Voorkeuren Vectorworks: Categorie Algemeen

In deze categorie kunt u onder andere instellen of een logboek over de belangrijkste foutmeldingen moet worden bijgehouden en of bij het uitvoeren van bepaalde functies een geluidssignaal moet worden afgespeeld.

Voorkeuren Vectorworks: Categorie 3D

In deze categorie kunt u de 3D-functies van Vectorworks instellen.

Voorkeuren Vectorworks: Categorie Automatisch bewaren

In deze categorie kunt u de instellingen voor het automatisch bewaren opgeven.

Voorkeuren Vectorworks: Categorie Selectie

In deze categorie stelt u de weergave van de selectie en de grijpzone in. Zie Nauwkeurig tekenen voor meer informatie over grijpen. Zie Selectie- en voorselectie-indicatoren voor meer informatie over selecteren.

Instellingen grafische onderdelen

Commando

Locatie

Voorkeuren Vectorworks

Extra > Instellingen

Menu Voorkeurenbalk

In dit dialoogvenster kunt u de instellingen van de grafische onderdelen zoals de actieve grijppunten, grijpzone, schermtekst enzovoorts aanpassen. Afhankelijk van het geselecteerde grafische onderdeel zijn er meer of minder instellingen instelbaar.

Om de instellingen van grafische onderdelen aan te passen:

Selecteer het commando. In de categorie Selectie van het dialoogvenster ‘Voorkeuren Vectorworks’, klik u op de knop Instellingen grafische onderdelen.

Of: selecteer Extra > Intelligente aanwijzer. In de categorie Selectie van het dialoogvenster ‘Voorkeuren Vectorworks’, klik u op de knop Instellingen grafische onderdelen.

Het dialoogvenster ‘Instellingen grafische onderdelen’ wordt geopend.

2.Open het tabblad Lichte achtergrond of Donkere achtergrond; kies deze laatste als de weergaveoptie Gebruik donkere achtergrond aangevinkt is (zie Voorkeuren Vectorworks: Categorie Weergave). Beide tabbladen bevatten dezelfde onderdelen.

3.Klik indien gewenste op de hoofding van de kolom ‘Grafisch onderdeel’ om de lijst alfabetisch te sorteren. Selecteer het onderdeel dat u wenst aan te passen en stel de parameters in die rechts van de onderdelenlijst verschijnen. Afhankelijk van het geselecteerde grafische onderdeel zijn er meer of minder parameters instelbaar.

Voorkeuren Vectorworks: Categorie Bestandslocaties

In deze categorie kunt u de locatie van uw Gebruikersmap wijzigen en werkgroepmappen aanmaken om inhoud te delen met andere gebruikers.

Gebruikersmap

Deze map bevat de Vectorworksbestanden die u creëert en gebruikt. Omdat de Gebruikersmap zich buiten de Vectorworks installatiemap bevindt, zullen uw gegevens en voorkeuren niet gewijzigd worden wanneer u Vectorworks bijwerkt.

In deze map worden automatisch de submappen Bibliotheek, Plant Database (Vectorworks Landschap vereist), Plug-ins, Renderworks, Settings, VWHelp en Workspaces gecreëerd. Ook de onderstaande aanpassingen die u maakt in Vectorworks worden automatisch in deze map geplaatst:

Vectorworks voorkeuren

Nieuwe en aangepaste werkomgevingen

Log-bestanden

Favorieten uit het Hulpbronnenpalet

Instellingen voor de Intelligente aanwijzer

Bewaarde importeer- en exporteerinstellingen voor DXF/DWG-bestanden

Bewaarde instellingen voor Pipet en Selecteer soortgelijke

Instellingen voor bepaalde insteekmodules zoals de gereedschappen Trap en Ruimte

Posities van dialoogvensters en paletten

U kunt eigen bestanden ook manueel in de map Bibliotheek plaatsen. Dit zal ervoor zorgen dat hulpbronnen zoals symbolen en lijnarceringen in het Hulpbronnenbeheer en de Hulpbronnenkiezer worden weergegeven en als standaardkeuzemogelijkheden in dialoogvensters en paletten. Zie Gebruikers- en werkgroepbibliotheken creëren voor meer informatie.

De locatie van de Gebruikersmap veranderen

Vectorworks bewaart uw gebruikersgegevens en voorkeuren automatisch in een map op de volgende locatie:

Mac: /Gebruikers/<gebruikersnaam>/Bibliotheek/Application Support/Vectorworks/2021

Windows: \C:\Gebruikers\<gebruikersnaam>\AppData\Roaming\Nemetschek\Vectorworks\2021

Bij zowel Mac als Windows is de AppData-map echter verborgen. Als u de Gebruikersmap nodig heeft, kunt u daarom best uw systeeminstellingen aanpassen zodat verborgen items worden weergegeven.  Of: creëer een nieuwe gebruikersmap op een beter bereikbare locatie.

Als u een bestaande Gebruikersmap op een nieuwe locatie naar een nieuwe Vectorworksversie wenst te migreren, wijzig de Vectorworksvoorkeuren dan niet rechtstreeks zoals hieronder wordt beschreven. Gebruik in de plaats daarvan de Migratie-assistent om het programma naar de gewijzigde locatie van uw Gebruikersmap te leiden.

Om de locatie van de Gebruikersmap te veranderen:

Klik in de categorie Bestandslocaties van het dialoogvenster ‘Voorkeuren Vectorworks’ op de knop Bladeren.

2.Er verschijnt een melding waarin u wordt gevraagd of u wenst verder te gaan. Klik op Ja.

3.Ga in het dialoogvenster dat wordt geopend naar de locatie waar u de nieuwe map wenst te creëren (bijvoorbeeld onder Documenten). Creëer hier een nieuwe map en geef de naam op die u wilt. Hierna selecteert u de zojuist gecreëerde map.

4.Een nieuw dialoogvenster wordt geopend. Klik op Ja om de bestaande gebruikersgegevens te kopiëren naar de nieuwe locatie of klik op Neen om de standaardinstellingen te gebruiken (uw bestaande gebruikersgegevens worden niet overgenomen).

5.Als u ervoor kiest de gegevens naar de nieuwe locatie te kopiëren en de geselecteerde doelmap reeds een bestand bevat met dezelfde naam als een bestand in de bronmap, krijgt u een melding dat de bestanden in de doelmap zullen worden overschreven. Klik op Ja om verder te gaan.

6.Indien u de geopende bestanden nog niet bewaard heeft, wordt u gevraagd om de bestanden te bewaren. Klik op Ja om verder te gaan.

7.Vectorworks kopieert de bestanden naar de nieuwe locatie en wordt daarna automatisch afgesloten.

8.Open Vectorworks.

DesignSeries.pngWerkgroepmappen

Als u beschikt over een vectorworks-uitbreidingsmodule heeft u ook toegang tot zelfgemaakte bestanden die gedeeld zijn in werkgroepmappen. Om zelfgemaakte inhoud met een werkgroep te delen, creëert u een werkgroepmap op een gedeelde locatie die bereikbaar is via een lokaal netwerk of via een cloud-gebaseerde opslagdienst zoals Dropbox.

Voorkeuren Vectorworks: Categorie Zwevend menu

Met de opties in deze categorie stelt u de voorkeuren voor het Zwevende menu in. Zie Zwevend menu voor meer informatie.

Indien gewenst, kunt u een sneltoets instellen om het Zwevende menu in de tekenzone te laten verschijnen (zie Speciale sneltoetsen bewerken).

Voorkeuren Vectorworks: Categorie Zoeken in Vectorworks

Klik op de categorie ‘Zoeken in Vectorworks’ om de voorkeuren voor deze zoekfunctie in te stellen. Zie Zoeken in Vectorworks voor meer informatie.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

De Vectorworks Voorkeuren herstellen

Voorkeuren document

Voorkeurenbalk