Renderworksstijlen zijn hulpbronnen die samen met het document worden opgeslagen en terug te vinden zijn in het Hulpbronnenbeheer. Vectorworks voorziet een aantal Renderworksstijlen als deel van de software-installatie. Ze bevinden zich in de Standaarden-bibliotheek en worden in het actieve document geïmporteerd zodra ze worden gebruikt.
Als u wilt kunt u een Renderworksstijl uit de tekening verwijderen en/of vervangen door een andere beschikbare Renderworksstijl (zie Hulpbronnen verwijderen of vervangen).
Om een scene weer te geven in een Renderworksstijl:
Volg een van onderstaande werkwijzen:
● Selecteer Weergave > Renderworksstijlen. Kies de gewenste stijl van ofwel de standaardstijlen ofwel van het actieve document.
● Sleep de hulpbron voor een Renderworksstijl uit het Hulpbronnenbeheer en laat de stijl op de ontwerplaag los.
● Selecteer een Renderworksstijl uit een keuzelijst onder de knop Rendermethode in de Weergavebalk (zie Renderworks rendermethodes).
● Wanneer u een zichtvenster aanmaakt, selecteert u een Renderworksstijl uit de keuzelijst Rendering in het dialoogvenster ‘Zichtvenster’. Voor een bestaand zichtvenster vindt u de Renderworksstijlen via het Infopalet.
De Renderworksstijl die actueel in gebruik is, wordt in de lijst met een vinkje aangegeven. De rendersnelheid hangt af van de gekozen rendermethode en de daarbij horende opties, maar ook van het aantal objecten in het document en hun complexiteit. Om een rendering vroegtijdig te onderbreken, drukt u op de Esc-toets.
Zowel het gereedschap Render zone als het menucommando Weergave > Rendering > Uitgestelde rendering - Creëer taak kunnen gebruik maken van Renderworksstijlen.
Wanneer er een Renderworksachtergrond werd ingesteld in de Renderworksstijl, zou de optie om een achtergrond te kiezen tijdelijk ontoegankelijk kunnen zijn. Dit wijst erop dat de achtergrond uit de Renderworksstijl werd aangevinkt om de actuele achtergrond te vervangen. Hetzelfde zou zich kunnen voordoen met de Belichting.
Combineer een heliodon met Renderworksstijlen om een goede rendering te bekomen van een bestaand bestand. De heliodon creëert een sterk zonlicht en schaduwen met zachte randen, terwijl de Renderworksstijl zorgt voor een zacht omgevingslicht op basis van de toegevoegde panoramische achtergrond.
Een heliodon gebruiken met Renderworksstijlen:
1. Open een bestaand model en stel het gewenste 3D-aanzicht in. (Een Renderworks camera kan helpen bij het juist zetten en aanpassen van het 3D-aanzicht.)
2. Verwijder of schakel de bestaande belichting in de tekening uit via het Visualisatiepalet.
3.Ga naar Weergave > Rendering > OpenGL - instellingen en vink de optie Schaduw aan.
4.Selecteer Weergave > Rendering > OpenGL.
5.Activeer het gereedschap Heliodon in de set Visualisatie. Plaats vervolgens een heliodon in de tekening. Klik op de knop Zonneanimatie in het Infopalet om de tijd en datum interactief aan te passen (zie Zonnestudie). Dit is vooral effectief bij Renderworksachtergronden van natuurgetrouwe lucht.
6.Selecteer de gewenste Renderworksstijl.
● Voor aanzichten van de buitenzijde selecteert u de Renderworksstijl ‘Realistisch exterieur snel’ of ‘Realistisch exterieur finaal’.
● Voor binnenaanzichten selecteert u ‘Realistisch interieur snel’ of ‘Realistisch interieur finaal’.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~