Het middelpunt van een nieuwe Vectorworkstekening heeft de coördinaten (0,0). Deze locatie wordt het interne nulpunt genoemd. Er bestaat ook een gebruikersnulpunt. De coördinaten van de tekening worden dan getoond ten opzichte van het gebruikersnulpunt. In een nieuwe tekening vallen het interne nulpunt, het gebruikersnulpunt en het middelpunt van de pagina samen. Het interne nulpunt ligt echter vast, terwijl het gebruikersnulpunt en het middelpunt van pagina wel verplaatst kunnen worden.
Afhankelijk van uw ontwerpbehoeften en voor sommige geïmporteerde bestanden (om de coördinaten van het geïmporteerde bestand te behouden), moet het gebruikersnulpunt worden verplaatst zodat het gebruikersnulpunt en het interne nulpunt niet langer samenvallen.
Een reden om dit nulpunt te verleggen is om gemakkelijker te werken met coördinaten, maten en afstanden. Zo gebruiken de Zwitsers bijvoorbeeld een referentiepuntsysteem voor architecturale metingen, waar alles in relatie staat tot een bepaald punt in Europa. Voor een gebouw wordt naar die locatie verwezen als een bepaalde afstand en richting vanaf dit referentiepunt. Door dit systeem komen er echter grote aantallen op de liniaal en op het Infopalet te staan. Dit kunt u vermijden door het gebruikersnulpunt in de buurt van de bouwlocatie te plaatsen. In Vectorworks Architectuur en Landschap kan het interne nulpunt eenvoudig op de juiste geografische locatie worden geplaatst door de tekening te geolokaliseren (zie De tekening geolokaliseren).
Als het gebruikersnulpunt niet samenvalt met het interne nulpunt, worden de coördinaten van de tekening berekend vanaf het gebruikersnulpunt. De coördinaten die u van de linialen (indien weergegeven) kunt aflezen, beschouwen het gebruikersnulpunt als (0, 0).
Het gebruikersnulpunt verleggen kan verstrekkende gevolgen hebben. Wees dus voorzichtig.
U kunt Vectorworks commando’s gebruiken om het interne nulpunt in de tekening te zoeken, de tekening hierop te centrereren en om het gebruikersnulpunt in te stellen.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~