De methode Transformeren van het gereedschap Bewerk subdivision stelt een reeks bewerkingen beschikbaar waarmee u het subdivision primitief kunt modelleren, afhankelijk van de gekozen secundaire methodes. Verschuiven en roteren maakt gebruik van een handvat waarmee u het geselecteerde kooionderdeel (vlak, ribbe of hoekpunt) kunt bewerken. Gebruik dit handvat om bewegingen volgens een lijn, vergrendeld in een werkvlak of rond een punt te sturen. De methode Schaal activeert een handvat met grepen voor bewegingen volgens een lijn of vergrendeld in een werkvlak. Met dit handvat kunt u de grootte van het geselecteerde kooionderdeel (vlak of ribbe) vergroten of verkleinen.
De geselecteerde kooionderdelen en de overeenkomstige delen van het subdivision-object worden definitief uit de tekening verwijderd als u de delete-toets indrukt terwijl de methode Transformeren geactiveerd is. Als u op deze manier een vlak verwijdert, ontstaan de open ribben die vereist zijn voor sommige andere bewerkingen van het subdivision-object. Verwijderde vlakken kunnen gereconstrueerd of opgevuld worden door middel van de methodes Overbruggen en Opvullen (zie Open ribben van een subdivision-object overbruggen en Een ontbrekend vlak in een subdivision-object opvullen). Zie Een vlak van een subdivision-object uithollen indien u de mogelijkheid wilt behouden om het vlak van het subdivision-object dat u verwijdert, later terug te plaatsen.
Met de andere drie bijkomende methodes kunt u het gedeelte van de kooi selecteren dat u wenst te transformeren: met Herpositioneren kunt u het handvat verplaatsen zonder daarmee veranderingen aan te brengen in de tekening zelf; Uitlijnen op kooi zorgt ervoor dat het handvat uitgelijnd blijft op het geselecteerde kooionderdeel; Uitlijnen op werkvlak zorgt er dan weer voor dat het handvat uitgelijnd blijft op het werkvlak. Als u de methode Transformeren of Spiegelen gebruikt, kunt u vanuit het contextmenu een commando gebruiken om alle ribben rond een lus in één keer te selecteren.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~