In Vectorworks hebben sommige toetsen naast hun standaardgebruik nog extra functies:
Toets |
Functie |
Esc |
Druk op deze toets om de huidige handeling af te breken. Als er een dialoogvenster geopend is, kunt u de escape-toets gebruiken als alternatief voor het klikken op Annuleer. In het Infopalet en de Coördinatenbalk wordt de wijziging van een veld ongedaan gemaakt en keert u qua focus terug naar de tekenzone. Rendering wordt ongedaan gemaakt. Grijppunten verdwijnen. De selectie van het werkvlak wordt uitgeschakeld. |
Enter (Windows), Return (Mac) |
Als er een dialoogvenster geopend is, kunt u deze toets gebruiken als alternatief voor het klikken op OK. Gebruik deze toets om wijzigingen in een veld van het Infopalet of de Coördinatenbalk te aanvaarden en opnieuw op de tekenzone te focussen. Aan een tekstblok wordt een regel toegevoegd. Druk in het Infopalet op de combinatie Shift+Enter (Windows) om de wijzigingen in een veld te bewaren en de focus niet te verplaatsen zodat u de waarde eventueel onmiddellijk nog kan veranderen. |
Tab |
Spring door middel van deze toets naar het volgende veld in de Coördinatenbalk, het Infopalet of een dialoogvenster. Gebruik de combinatie Shift+Tab om naar het vorige veld te gaan. |
Delete (Mac), Backspace (Windows) |
Verwijder hiermee het laatste onderdeel van een object of breek de creatie van een object af. |
Ctrl (Windows) |
Voorkom dat paletten automatisch aan de rand van de tekenzone gekoppeld worden wanneer ze hiernaartoe worden verplaatst. |
Spatiebalk |
Hou de spatiebalk tijdelijk ingedrukt om het huidige gereedschap op pauze te zetten en ondertussen een nieuw gereedschap te selecteren en gebruiken. Laat de spatiebalk los om naar het vorige gereedschap terug te keren. |
Alt (Windows), Cmd (Mac) |
Hiermee activeert u tijdelijk het gereedschap Selectie om te veranderen welke objecten geselecteerd zijn. |
Command (Mac), Shift (Windows) |
Gebruik deze toets om de geselecteerde hint op het scherm tijdelijk uit te breiden met meer informatie. |
U kunt gebruik maken van rekenfuncties in de meeste bewerkbare velden, inclusief in die van de tabbladen Object en Gegevens van het Infopalet. Om deze reden is het niet mogelijk om een streepje (-) te plaatsen tussen verschillende meeteenheden.
Door een deel van de formule tussen ronde haken te zetten, wordt de berekening van dit deel eerst uitgevoerd. Bijvoorbeeld:
1” + 2” * 3” = 7” (zonder haken)
(1” + 2”) * 3” = 9” (met haken)
U mag eender welke eenheid gebruiken voor de waarde die u ingeeft; Vectorworks zet deze automatisch om naar de huidige eenheid. Als de huidige eenheid bijvoorbeeld centimeter is en u vult in een veld van het Infopalet 400+800mm in, dan zet Vectorworks de eenheden automatisch om. Als resultaat zal dan 120cm gegeven worden.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~