Wanneer u planten in de tekening plaatst (zie Planten toevoegen aan het ontwerp), opent Vectorworks standaard het dialoogvenster met de basis Instellingen plant. Hier kunt u de plantstijl kiezen en de basisparameters voor individuele planten instellen. In sommige gevallen kan het echter nodig zijn om meer gedetailleerde instellingen op te geven, zoals afmetingen op maat, rekenbladinformatie en weergave-opties.
Om de geavanceerde instellingen te openen, klikt u op de knop Geavanceerde instellingen in het dialoogvenster ‘Instellingen plant’ of klikt u op de knop Geavanceerde instellingen plant op het Infopalet. Zie Geavanceerde instellingen plant: Categorie Instellingen als u wilt dat bij het invoegen van een plant of bij het openen van de instellingen via de Methodebalk voortaan het dialoogvenster ‘Geavanceerde instellingen plant’ verschijnt.
Elke verwijzing in de Help naar het dialoogvenster ‘Instellingen plant’ is ook een impliciete verwijzing naar het dialoogvenster ‘Geavanceerde instellingen plant’. Bij functies waarvoor u de geavanceerde instellingen moet gebruiken, zal dit steeds worden vermeld.
Merk op: veranderingen aan de plantinstellingen hebben geen invloed op de plantstijl.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen
In deze categorie kunt u de plantstijl selecteren die u wilt gebruiken voor het invoegen van planten met het gereedschap Plant. Klik hier om de velden te tonen/te verbergen
Klik om de velden te tonen/te verbergen.
In deze categorie vindt u de standaardinstellingen uit de plantstijl voor de grootte van de plant (zie Plantstijl: Categorie Invoegopties).
Klik om de velden te tonen/te verbergen.
In deze categorie vindt u de standaardinstellingen uit de plantstijl voor het rekenblad (zie Plantstijl: Categorie Rekenblad). Kies per parameter of u de waarde wilt Overnemen uit plantstijl of een waarde op maat wilt gebruiken.
In deze categorie vindt u de standaardinstellingen uit de plantstijl voor de omtrek, groepering en schaduw van de plant (zie Plantstijl: Categorie Weergave). Gebruik voor elke parameter de instelling Overnemen uit plantstijl of kies een van de andere beschikbare opties: De parameter 'omtrek en groepering' kunt u Op maat bepalen. Voor de parameter 'schaduw in 2D/Planaanzicht' kunt u kiezen voor: Geen schaduw, Overnemen uit plantstijl, Overnemen van Voorkeuren document of Op maat (zie Schaduwinstellingen planten voor instellingen op maat).
Bepaal de weergave van de plant en de aanduidingen op het symbool (zie Instellingen plant).
Bepaal de samenstelling en weergave van de plantenlabels (zie Instellingen plant). Zie Een label op maat maken om een plantenlabel op maat te creëren. Na het creëren van een label kunt de weergave ervan op verschillende manieren aanpassen: via het Infopalet, de klasse-instellingen van het label en de controlepunten op de tekening (zie Labels van planten bewerken).
Vink de optie Toon geavanceerde instellingen voor planten aan als u wilt dat wanneer u planten plaatst en bewerkt of wanneer u de instellingen via de Methodebalk opent, automatisch het dialoogvenster ‘Geavanceerde instellingen plant’ verschijnt in plaats van het dialoogvenster ‘Instellingen plant’. Als deze optie is aangevinkt, wordt de knop Geavanceerde instellingen plant beschikbaar op het Infopalet.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~