U kunt de weergave en de plaatsing van labels op verschillende manieren aanpassen, onder meer via de plantinstellingen, het Infopalet, de klasse-instellingen van het label en de controlepunten op de tekening.
● Individuele labels van geselecteerde planten kunt u wijzigen door de instellingen van de plant aan te passen op het Infopalet. Door dezelfde opmaak en schouderhoek te gebruiken voor de geselecteerde labels, kunt u bijvoorbeeld zorgen dat de labels er in één gedeelte van het beplantingsontwerp uniform uitzien.
● De klasse van het label bepaalt het uiterlijk van de aanduidingslijn, de schouder en de stijl van de pijlpunt.
● Aan een plantenlabel op maat kunt u verschillende afbeeldingen toevoegen. Met de parameter Grootte afb. in label in de sectie Aanduidingen van de plantinstellingen bepaalt u de grootte van de ingevoegde afbeeldingen.
● Om de labels van meerdere geselecteerde planten samen te verplaatsen, gebruikt u de methode Meerdere objecten van het Selectiegereedschap.
● Om de leesbaarheid van de labels te verbeteren, gebruikt u het commando Aanduidingslijnen uitlijnen en verdelen (zie Aanduidingslijnen uitlijnen en verdelen).
● Gebruik de controlepunten van het tekstgedeelte, de aanduidingslijn en de schouder om één enkel label te verplaatsen. In het midden gepositioneerde labels beschikken in het Infopalet over parameters om de x- en y-afstand aan te passen.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~