Commando |
Locatie |
Teamwerk |
Bestand |
Elk Vectorworksbestand kan via Teamwerk worden omgezet in een projectbestand. Degene die een teamwerk opzet, wordt automatisch de beheerder ervan en krijgt standaard beheerdersrechten toegekend.
De configuratie van Teamwerk doorloopt 4 schermen. U kunt te allen tijde op de knop Voltooi klikken om de standaardinstellingen te aanvaarden en de configuratie te voltooien.
Om een projectbestand te delen:
1. Bewaar een kopie van het Vectorworksbestand op een van de volgende locaties. Dit vwx-bestand wordt verwijderd en vervangen door een vwxp-bestand.
● Teamwerk via de cloud: Projectbestanden worden bewaard in een lokale map die u deelt via een service voor bestandsuitwisseling (deel de map die het projectbestand bevat, niet het projectbestand zelf).
● Teamwerk via een lokaal netwerk: Projectbestanden worden bewaard op uw lokaal netwerk.
● Teamwerk via een lokaal netwerk verbonden met een server: Projectbestanden worden bewaard in de projectmap van de Teamwerkserver die op uw lokaal netwerkstation draait. Indien gewenst, mag u hierin submappen aanmaken. In De teamwerkserver wordt uitgelegd hoe u een server instelt.
2.Open het bestand en selecteer het commando.
Het dialoogvenster 'Configuratie teamwerk' wordt geopend.
3.Geef in het scherm 'Deel document' aan of er na het voltooien van de configuratie automatisch een werkdocument moet worden geopend. Kies uw type teamwerk en stel de opties als volgt in.
● Lokaal: Selecteer het Netwerkprotocol dat u wilt gebruiken om verbinding te maken met het bestand.
● Op server: Het dialoogvenster ‘Creëer projectbestand op server’ wordt geopend. Klik op de URL-lijst en selecteer de Teamwerkserver voor dit project of klik op ‘Op maat’ en voer de URL in van een server die niet in de lijst staat. De submappen in de projectmap van de server worden weergegeven aan de linkerkant. Selecteer een bestaande map waaraan u het project wilt toevoegen of klik op Nieuwe map en voer een naam in. Vul het veld Naam projectbestand in en klik op OK.
Klik op Volgende om naar het volgende scherm te gaan.
4.In het scherm 'Beheer medewerkers' wordt uw gebruikersnaam (dezelfde naam als die waarmee u ingelogd bent op de computer) weergegeven als beheerder van het bestand. Klik op de knop Voeg toe of Importeer om nieuwe medewerkers toe te voegen aan het teamwerk (zie Tabblad Medewerkers). Voor meer informatie over rechten en bevoegdheden, zie Beschrijving van de niveaus van bevoegdheid. Klik op Volgende om naar het volgende scherm te gaan.
U kunt er ook voor opteren om op dit moment nog geen nieuwe medewerkers toe te voegen en in de keuzelijst onderaan een optie te kiezen voor de rechten die standaard moeten worden toegekend aan nieuwe medewerkers. Eender welke gebruiker die een werkbestand creëert, wordt automatisch toegevoegd als medewerker en krijgt de standaard rechten toegekend.
5.Ga naar het scherm 'Beheer lagen'. In de kolom met het stericoon kunt u aangeven welke lagen enkel gewijzigd mogen worden door teamleden met beheerders- of projectrechten. Klik op Volgende om naar het volgende scherm te gaan.
6.Duid in het scherm 'Instellingen reservekopie' aan wanneer en waar u reservekopieën van het bestand wenst te bewaren. Zie Tabblad Reservekopie. Klik op Voltooi om het .vwx-bestand om te zetten in een .vwxp-bestand of projectbestand.
7.Als u de optie Na voltooiing automatisch een werkdocument openen had ingeschakeld, wordt het dialoogvenster 'Nieuw werkdocument' geopend. Klik op OK. Selecteer de lagen of objecten die u wilt reserveren in dit werkdocument. Zie ook Een werkdocument creëren en bewerken.
Het Vectorworksbestand wordt omgezet in een projectbestand met dezelfde naam, maar met het achtervoegsel .vwxp. Eenmaal dit bestand gecreëerd is, kan het niet meer rechtstreeks bewerkt worden. Wanneer u een .vwxp-bestand probeert te openen, krijgt u de melding een werkdocument te creëren. In een werkdocument kan elke medewerker met beheerdersrechten de projectinstellingen wijzigen. Zie Het dialoogvenster 'Teamwerk'.
Om bestanden via cloud-opslagdiensten te delen, creëert u een projectmap in de lokale map die u deelt via een bestandsuitwisselingsservice. Vervolgens kunt u kiezen met welke medewerkers u deze map deelt. Zie In team aan een projectbestand werken Verplaats (niet kopiëren) een bestaande projectmap naar een gedeelde map in de cloud.
Laat het projectbestand in de cloudmap staan en maak geen kopieën. Als Vectorworks meerdere kopieën van een projectbestand vindt, zal er een waarschuwing verschijnen. Zie Het projectbestand herinstellen voor instructies over het herinstellen van een projectbestand.
Wanneer een gebruiker een werkmap opent die verbonden is met een gedeelde projectmap in de cloud, dient deze gebruiker te beschikken over een actieve internetverbinding. Ook de desktop client voor de bestandsuitwisselingsservice moet actief zijn. Anders wordt de offline modus automatisch ingeschakeld. Zie Werken in offline modus
Een projectbestand dat in de cloud is bewaard, kunt u best niet manueel dupliceren of vervangen. De volgende handelingen veroorzaken een fout, waardoor u (of een andere beheerder) het projectbestand zal moeten herinstellen om het verder te gebruiken:
● Een kopie van het projectbestand in een andere gedeelde cloud-map plaatsen
● Een kopie van het projectbestand wijzigen en deze kopie vervolgens opnieuw naar de gedeelde locatie kopiëren
● Een vorige versie van het projectbestand herstellen vanuit de bestandsgeschiedenis van de cloud
Het vervangen van een projectbestand vervangt door een back-up van Vectorworks zal geen fout veroorzaken, maar u zal wel alle werkbestanden opnieuw moeten aanmaken.
Om het projectbestand opnieuw in te stellen, volg een van deze werkwijzen:
● Open het projectbestand. Klik op de knop Herstel in het waarschuwingsvenster.
● Open een werkdocument dat gelinkt is aan het beschadigde projectbestand. Selecteer in het waarschuwingsvenster de optie Cloud-versie van het projectbestand herinstellen en klik op OK.
Licht alle medewerkers in over de herinstelling van het projectbestand en de noodzaak om hun werkdocumenten hierna opnieuw aan te maken.
Maak een kopie van het projectbestand indien u wilt experimenteren met een variant ervan. Hiermee creëert u een project met dezelfde instellingen, maar waarvan de projecthistoriek leeg is.
Open een Werkdocument. Selecteer Bestand > Bewaar kopie als. Sla het bestand op als een Vectorworks Project Files (.vwxp) bestandstype. Vermijd het kopiëren van projectbestanden met Windows Verkenner of Mac OSX Finder.
Als u een reservekopie van een project wilt maken voordat het project afgewerkt is, bewaart u een kopie van het bestand als een normaal Vectorworksbestand. Op deze manier creëert u een niet-gedeeld Vectorworksbestand (.vwx), terwijl medewerkers gewoon kunnen verderwerken binnen het gedeelde projectbestand (.vwxp)
Om een projectbestand opnieuw om te zetten in een normaal (niet-gedeeld) Vectorworksbestand, opent u een werkdocument. Selecteer Bestand > Bewaar kopie als. Sla het bestand op als een Vectorworks Drawings (.vwx) bestandstype.
Wanneer een teamwerk beëindigd is, kan de projectbeheerder verdere aanpassingen voorkomen door de rechten van alle medewerkers te veranderen naar Alleen-lezen. Ook de rechten die worden toegekend aan nieuwe medewerkers, moeten verlaagd worden naar Alleen-lezen.