Door texturen te geven aan 3D-objecten, zal uw model er veel realistischer uitzien. In de Vectorworksbibliotheek is reeds een verscheidenheid aan texturen beschikbaar(zie Concept: Bibliotheken). Maar u kunt ook texturen vanop een andere locatie importeren of uw eigen texturen creëren. Textuurhulpbronnen worden bewaard in het bestand; u kunt ze terugvinden via het Hulpbronnenbeheer en de Hulpbronnenkiezer.
Combineer een of meer van de volgende types textuurcomponenten om een textuur te definiëren.
Textuurcomponent |
Open |
Kleur |
Hiermee definieert u de kleur van het oppervlak; dat kan een enkele, egale kleur zijn of een complex patroon zoals hout, gras of marmer. |
Reflectie |
Hiermee definieert u de hoeveelheid licht die het oppervlak van een object reflecteert; het resultaat is afhankelijk van de toegekende textuur en lichtinval. |
Transparantie |
Hiermee definieert u de transparantie of dekking van het oppervlak. |
Reliëf |
Hiermee simuleert u oneffenheden en rimpels op het oppervlak van een object. |
U kunt texturen ook koppelen aan vlakarceringen om een monochrome rendering met verborgen achterliggende lijnen na te bootsen. Zie Renderen met vlakarceringen.
Texturen dient u te renderen OpenGL of met een Renderworks rendermethode.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~