Commando |
Locatie |
Nieuwe datavisualisatie |
● Weergavebalk ● Infopalet van een zichtvenster |
In een datavisualisatie definieert u welke objecten u wilt visualiseren (via criteria voor objecten), en op basis van welke waarden uit de objecteigenschappen of andere bronnen dit moet gebeuren (criteria voor weergave). Deze combinatie van criteria zorgt voor een zeer flexibele werkwijze om ingesloten data in uw tekening of model te visualiseren.
Het Datavisualisatiemenu is alleen beschikbaar in de Weergavebalk wanneer een ontwerplaag de actieve laag is.
Om een datavisualisatie te creëren:
1. Selecteer het commando.
U kunt ook een datavisualisatie creëren via het dialoogvenster ‘Beheer datavisualisaties’.
Het dialoogvenster ‘Nieuwe datavisualisatie’ wordt geopend. Geef een naam op voor de datavisualisatie.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
2.Klik op de knop Definieer criteria om de objecten te selecteren die u in de datavisualisatie wilt opnemen. Dit zijn de items in de tekening die moeten opvallen.
Het dialoogvenster ‘Criteria’ wordt geopend. Definieer de criteria zoals beschreven in Scripts voor selectie op maat creëren. Klik op Voeg criteria toe om uw selectie te vernauwen door middel van bepaalde lagen, objecten, texturen, materialen, objectstijlen enz. Door onderdelen van groepen, symbolen of parametrische objecten wel of niet uit te sluiten, kunt u de criteria nóg specifieker maken. U krijgt onmiddellijk te zien hoeveel objecten aan deze criteria voldoen.
3.Als de criteria voor objecten vastliggen, selecteert u de criteria voor weergave in de keuzelijst Visualiseer. Hiermee bepaalt u welke waarden of bereiken door kleur of een ander kenmerk onderscheiden moeten worden binnen de visualisatie. Objecten met de opgegeven waarden/bereiken zullen in de tekening worden gemarkeerd.
Wanneer u een nieuw criteria voor weergave selecteert, verschijnt er een waarschuwing met de vraag of u alle waarden in de lijst wilt vervangen. Deze tussenstap voorkomt dat u de specifieke kenmerken die u heeft opgegeven, per ongeluk verwijdert.
4.De lijst met waarden/bereiken wordt weergegeven. Kies in het geval van numerieke waarden of u de datavisualisatie wilt toepassen Volgens waarde of Volgens bereik.
5.Om snel een reeks kleuren aan de rijen toe te kennen, klikt u op de knop Automatisch kleuren toekennen. Hierdoor wordt automatisch voor alle items in de rijen een andere vulkleur ingesteld op basis van de kleurinstellingen in het dialoogvenster ‘Instellingen automatische kleuren’.
6.Als u de kenmerken manueel wilt instellen, selecteert u één of meer rijen en klikt u op de knop Bewerk. Pas vervolgens de waarden en kenmerken of bereiken en kenmerken naar wens aan.
Het dialoogvenster ‘Bewerk kenmerken’ of ‘Bewerk bereik’ wordt geopend.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
7.U kunt ook rijen met waarden of bereiken toevoegen met de knop Voeg toe; stel vervolgens de parameters in. Om rijen te verwijderen selecteert u ze en klikt u op Verwijder.
8.Klik op OK om de datavisualisatie te bewaren. De naam verschijnt in het datavisualisatiemenu.
Als u een nieuwe datavisualisatie via het Infopalet van een geselecteerd zichtvenster creëerde, wordt de datavisualisatie automatisch op dat zichtvenster (en eventueel andere geselecteerde zichtvensters) toegepast.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~